Lepelplant verzorgen: alle tips en info voor een gezonde kamerplant

De Spathiphyllum komt van nature voor in de tropen van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Ze groeit daar onder het bladerdak van bomen, in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, weinig direct zonlicht en vochtige grond. Deze omstandigheden vormen de basis voor een goede verzorging binnenshuis.

De lepelplant heeft veel dorst en laat dat ook merken. Zodra de bladeren slap gaan hangen, weet je dat ze water nodig heeft. Houd de grond constant licht vochtig, maar voorkom dat de wortels in stilstaand water staan. In de winter kun je iets minder water geven, maar laat de kluit nooit helemaal uitdrogen.

De Spathiphyllum staat het liefst op een lichte plek zonder direct zonlicht. Te veel zon kan de bladeren geel doen kleuren of verbranden. In halfschaduw voelt deze plant zich het best. Ze kan ook overleven in schaduw, maar zal dan minder snel bloeien.

Tijdens de lente en zomer heeft de lepelplant baat bij voeding. Geef haar elke maand wat vloeibare kamerplantenvoeding, bij voorkeur speciaal voor bloeiende planten. In de herfst en winter is extra voeding niet nodig. Een tekort aan voeding zie je aan het uitblijven van bloemen of vale bladeren.

De lepelplant is licht giftig voor huisdieren en mensen bij inname. Houd haar dus buiten bereik van nieuwsgierige katten, honden of kleine kinderen. Contact met het sap kan bij gevoelige huid lichte irritatie veroorzaken.

Verpot de Spathiphyllum elke 1 tot 2 jaar, bij voorkeur in het voorjaar. Kies een pot die minimaal 20% groter is dan de vorige en gebruik luchtige, voedzame potgrond. Een pot met drainagegaten voorkomt dat de wortels te nat blijven.

De lepelplant is gevoelig voor droge lucht, wat bruine bladpunten kan veroorzaken. Besproei de bladeren regelmatig met water of zet een schaaltje water bij de verwarming. Gele bladeren wijzen vaak op teveel water of te weinig licht.

Je kunt de lepelplant vermeerderen door haar te scheuren bij het verpotten. Zorg dat elk deel voldoende wortels en bladeren heeft. Plant de delen in een aparte pot met verse aarde en houd ze goed vochtig. Zo krijg je eenvoudig meerdere planten uit één moederplant.